.st0{fill:#FFFFFF;}

Voorbij het oordeel – de les van kees 

Door  Christiaan van Os


minuten leestijd

Deze blog is een vervolg op een eerder geschreven artikel: “voorbij het oordeel is elk kind even mooi“. Uit de vele reacties blijkt dat mensen zich herkennen in mijn woorden en de hartgrondige wens hebben dit gedachtegoed in de praktijk toe te passen. Dit artikel is een eerste aanzet om een antwoord te geven op de vraag: voorbij het oordeel, hoe doe ik dat in de praktijk?

Een boek lezen over het beklimmen van de Mount Everest is niet hetzelfde als het daadwerkelijk beklimmen van de Mount Everest. En zo kun je ook prachtig schrijven of lezen over de schadelijke effecten van oordelen, meten en vergelijken in onze maatschappij en in ons onderwijs en dat het anders moet, maar ook hier geldt dat het in de praktijk nog niet zo gemakkelijk is. We hebben te maken met een systeem waarin testen en cijfers gemeengoed zijn en waarin het in de cultuur verweven zit om te concurreren om de ‘beste’ plekken, met als gevolg dat angst om niet goed genoeg te zijn regeert en dat talent, creativiteit en diversiteit ondersneeuwt. Onderwijl lijken politici en beleidsmakers blind en doof te zijn voor geluiden uit het onderwijs dat het anders kan en moet. Enerzijds omdat ze lichtjaren verwijderd (lijken te) zijn van het klaslokaal waar het echte onderwijs plaatsvindt, en anderzijds dat ze ook ten koste van alles de controle willen houden met meten en controleren omdat ze bang zijn dat ze bij fouten afgerekend worden door de kiezer. Ook zij zelf zijn op die manier slachtoffer van het systeem.

Gelukkig is de docent degene die in direct contact staat met de leerling en dat geeft de macht én de verantwoordelijkheid om, ondanks alles, toch zoveel mogelijk te handelen in het belang van het kind.

Daarbij hoor je mij niet zeggen dat we moeten stoppen met oordelen. Voorbij het oordeel komen is niet hetzelfde als stoppen met oordelen. We oordelen automatisch over alles wat via onze zintuigen naar binnen komt, elke seconde van de dag, om onze complexe wereld behapbaar en begrijpelijk te maken voor onszelf. Hoe werkt dat dan? Wanneer je zintuigen geprikkeld worden (gedrag van een leerling bijvoorbeeld) gaat deze prikkel binnen de seconde langs je eigen ego, je herinneringen en je waarden en overtuigingen (wat is er voor jou belangrijk?) en aan de hand van deze evaluatie ontstaat bij jou een gevoel over de specifieke prikkel, sterk gekleurd door jouw eigen binnenwereld. Op basis van dit gevoel heb je nu een keuze; wat doe ik met deze door mijzelf gekleurde informatie?

Neem nu die nieuwe collega die je laatst ontmoette; binnen de seconde had je een gevoel en een oordeel over deze persoon. De kans was daarna ook groot dat dit oordeel keer op keer werd bevestigd. Ons fascinerende brein doet er namelijk alles aan om ervoor te zorgen dat we alleen datgene van die collega zien wat ons oordeel bevestigt.

Essentieel is daarom hoe we omgaan met ons oordeel. Je ontmoet jezelf in de ander. Alles wat jij vindt van het gedrag van een ander, zegt iets over jezelf en meestal erg weinig over de ander. Bewustwording (en acceptatie) van dit proces is de eerste stap om voorbij het oordeel te kunnen komen en ruimte te creëren voor oplossingen en mogelijkheden. Om je een idee te geven van hoe zoiets er in het klaslokaal uit zou kunnen zien, wil ik je een voorbeeld geven uit één van mijn eigen klassen.

De les van Kees

Het is maandagmiddag, laat op de dag. De laatste zonnestralen van de zomer vinden hun weg naar binnen in mijn klaslokaal. Mijn 4havo klas werkt uitstekend, zeker gezien het feit dat sommige leerlingen er een beetje doorheen zitten en flink wat moeite moeten doen om zich te concentreren. Ik observeer de klas rustig vanachter mijn bureau en het valt me op dat één leerling in het bijzonder op een andere manier leert. Kees lijkt zoveel mogelijk verschillende manieren uit te vinden om zijn balpen uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Buiten het feit dat hij op deze manier van het specifieke economie onderwerp weinig meekrijgt, biedt hij zijn directe omgeving in de klas ook weinig inspiratie en hulp om goed werk te leveren en leidt het mogelijk alleen maar tot onrust (in de vorm van inktexplosies).

Soortgelijke momenten komen bij bosjes voor in het onderwijs. En op elk van die momenten maak je als docent(e) split-second beslissingen over hoe je op dat moment gaat handelen. Het zijn vaak kleine maar bepalende momenten die van invloed kunnen zijn op het leren en het welzijn van het kind. In de bovenstaande situatie met Kees had ik als docent natuurlijk ook meerdere opties. Laat ik er een paar (een beetje zwart-wit) benoemen:

– ik doe niets en laat Kees gewoon even begaan (eventueel roep ik hem na de les even bij me voor een gesprekje om te vragen hoe het met hem gaat en wat maakte dat hij niet zoveel gedaan heeft)

– ik spreek Kees vermanend toe en geef aan dat hij toch echt aan het werk moet gaan omdat ik hem anders vriendelijk doch dringend ga verzoeken om na school langer te blijven om het werk alsnog te doen;

– ik ga rustig naar Kees toe en ga hem vragen hoe het met hem gaat en wat maakt dat hij nog geen enkele opgave in zijn schrift heeft staan;

Welke voorkeur zou jij zelf hebben als lezer? Of had jij nog weer heel anders gehandeld dan deze drie opties? (laat het me vooral weten in een reactie hier beneden!)

Persoonlijk moet ik bekennen dat ik, afhankelijk van de specifieke situatie en mijn eigen gemoedstoestand en energielevel, voor alle opties had kunnen kiezen.

Ik volg mijn gevoel en besluit stilletjes op Kees af te stappen. Halverwege het klaslokaal bereik ik zijn tafel en ga ik door mijn hurken. Kees kijkt me vragend aan en ik zeg: “wil het allemaal een beetje lukken Kees?”. Kees schudt van nee en zegt licht onverschillig: “Nee meneer, ik kan me niet concentreren”. Ik besluit, zoveel mogelijk zonder oordeel, verder te vragen: “hoe gaat het met je Kees?”. Terwijl ik dit vraag valt me nu voor het eerst op dat het gezicht van Kees een beetje vertrokken is, anders dan normaal. Hij voelt mijn ogen op zich gericht en probeert zichtbaar nog even een poging te doen om zijn gezicht in de plooi te houden maar beseft zelf dat het geen zin heeft om te doen alsof er niets loos is. Kees zucht diep en begint aan één stuk door en opeens veel sneller en verhitter te vertellen: “nou meneer, we hadden net Engels en Pieter zei tegen de docent dat hij de uitleg niet begreep en de docent reageerde toen heel boos en zei dat Pieter zijn mond moest houden en eens een keer beter moest gaan opletten en anders zou hij eruit gestuurd worden. Toen zei ik tegen de docent dat het helemaal niet eerlijk was omdat Pieter alleen maar aangaf dat hij iets niet begreep en toen ging de docent ook helemaal los tegen mij. Het was zo ongelofelijk onterecht meneer en ik was zo boos, dat ik nu nog steeds woedend ben en me echt totaal niet kan concentreren op economie”. Na een kleine stilte voegt hij er nog aan toe: “maar ik wil het wel hoor meneer, het is niet zo dat ik lui ben!”.

Ik was na zijn verhaal zo blij dat ik niet meteen mijn oordeel klaar had en hem bijvoorbeeld vermanend had toegesproken of strafwerk had gegeven. Ik ben ervan overtuigd dat er dan een compleet andere situatie had ontstaan. Nu ontstond er ruimte; we konden nu samen kijken naar oplossingen over het omgaan met zijn woede, over een mogelijk gesprek met de docent Engels, over alles waar we maar een oplossing voor wilden zoeken. Kees had zijn hart even gelucht en oogde zichtbaar gelukkiger. Als docent had ik weer iets nieuws geleerd, vooral ook dankzij Kees.

Als docent kwam ik voorbij het oordeel.

Als docent heb je zelf de keuze hoe je gaat handelen. Elke seconde, elk uur en elke dag van de week. Daar komt niemand anders aan te pas. Jij bent je eigen instrument. Of het systeem je nou beperkt of niet.

– Christiaan

Word je enthousiast van wat ik schrijf? Ik zou het leuk vinden als je hier beneden een reactie achterlaat.

Christiaan van Os


Ik geef elke dag met ontzettend veel plezier les op het Mendelcollege te Haarlem. Daarbij leer ik minstens net zoveel van mijn leerlingen als zij van mij. Tijdens de les ben ik constant op zoek naar wat werkt voor mijn leerlingen én mijzelf als docent. Mijn missie? Jou als collega inspireren om de docent te worden die je wil zijn.

C. van Os


Bekijk ook

  • Hi Christiaan,
    Wat een goed punt, het zit onbewust wel in mijn systeem, maar het is goed om er weer wat vaker bij stil te staan. Inspirerend stukje!

  • Lesgeven voorbij het oordeel,
    omgaan met je collega’s voorbij het oordeel,
    naar je personeel kijken voorbij het oordeel,
    naar mijn familie kijken voorbij het oordeel,
    naar mezelf kijken voorbij het oordeel,
    is mijn levenswijze geworden en is de basis van alle programma’s die ik aanbied voor onderwijs.
    Veel succes met je tocht.

  • Prachtig geschreven Christiaan. Ik ga je blog gebruiken in mijn slb groep op de Pabo om reflectie handen en voeten te geven. Zo herkenbaar en helder beschreven. Maar soms nog o zo moeilijk om het bij jezelf te herkennen als je net start als leerkracht. ..dank

    • Dankjewel Susanne. Het is inderdaad nog niet altijd even gemakkelijk. Het blijft een constant proces waar je zelf scherp op moet blijven als docent.

      Leuk dat je mijn tekst wilt gebruiken voor aankomende leerkrachten! Mocht je het nog eens een keer leuk vinden dat ik je studenten face to face iets vertel in de vorm van een lezing of workshop, neem vooral even contact op :-).

  • {"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
    >
    0 Shares
    Share
    Share
    WhatsApp